Turkije staat op de voorlaatste plaats in Europa als het gaat om de wetten en het beleid inzake gelijkheid van holebi’s en transgenders. Alleen Azerbeidzjan doet het nog slechter; Armenië eindigt net één plaatsje hoger in de lijst. Dat blijkt uit een rapport, gepubliceerd door de Internationale Associatie voor Homo-, Lesbo-, Bi-, Trans- en Interseksualiteit (ILGA) in Europa.

Turkije scoorde 5 procent op een schaal waar 0 staat voor grove mensenrechtenschendingen en 100 staat voor absolute gelijkheid voor de wet, aldus het rapport.

Azerbeidzjan en Armenië haalden respectievelijk 3 en 5 procent.

Het rapport analyseerde het beleid en de wetten inzake holebi’s en transgenders in 49 Europese landen gedurende het voorbije jaar.

Vooral in delen van Oost-Europa ziet de situatie er slecht uit voor holebi- en transgendergemeenschappen.

België en Luxemburg scoren goed

Aan de top van de lijst vinden we Malta. Dat eindigde voor het vierde jaar op rij op de eerste plaats, gevolgd door België en Luxemburg. Micah Grzywnowicz is voorzitter van het uitvoerend comité van ILGA-Europa. Volgens hem is een effectief beleid rond holebi- en transgendergelijkheid “cruciaal” voor een maatschappij, evenals het controversiële thema van gelijkheid binnen het huwelijk.

“De landen die hun wetgevend kader uitbreiden om die visie van gelijkheid te implementeren, zijn degene die het goed doen.”

“Het geeft ons moed dat er steeds nieuwe landen zijn waar de regering blijk geeft van een constructieve aanpak in die richting, zoals Luxemburg en Finland vorig jaar.”

Homoseksualiteit is niet verboden in Turkije, maar leden van de gemeenschap krijgen te maken met wettelijke beperkingen en vijandigheid van de maatschappij. Huwelijken binnen hetzelfde geslacht zijn nog steeds verboden. Homo- en transfobie zijn wijdverspreid en optochten zoals de Gay Pride werden de laatste drie jaar steevast verboden.

Hürriyet

S.V.R.