De Turkse President Recep Tayyip Erdogan heeft kritiek geuit op het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden voor het aannemen van een controversiële resolutie over de gebeurtenissen van1915. Kort voordien had hij ook fel uitgehaald naar een reeks Europese landen omdat deze beschermingen bieden aan PKK-gelieerde groeperingen.
“Van hieruit richt ik mij tot de Amerikaanse publieke opinie en de hele wereld: deze stap is waardeloos en we erkennen deze niet,” zei hij tijdens de parlementaire fractievergadering van de Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AK-partij). Hij benadrukte dat historici over dergelijke zaken moeten beslissen en niet politici.
“In ons geloof is genocide absoluut verboden. Zulke beschuldigingen zijn een zeer grote belediging voor ons volk,” voegde Erdogan toe.
De president zei verder dat Turkije de Armenen heeft opgeroepen om hun archieven te openen voor onderzoek, maar dat ze hebben geweigerd wegens een gebrek aan bewijsmateriaal.
“Terreuraanhangers, vooral die in Europa, hebben sinds het begin van Operatie Vredeslente 700 aanvallen uitgevoerd tegen Turkije,” zei de Turkse president. Hij gaf aan dat de meeste Europese landen zwijgen over deze aanslagen, hoewel 79 van hen rechtstreeks gericht waren tegen Turkse burgers en instellingen. In totaal raakten ook 36 Turkse burgers gewond.
Hij merkte op dat veel van deze landen NAVO-bondgenoten zijn van Turkije maar toch geen actie ondernemen tegen de PKK-activiteiten in hun land.
“De landen die de PKK erkennen als terreurorganisatie, staan haar symbolen toe op hun straten en verbieden tegelijkertijd alle pro-Turkse activiteiten,” aldus de Turkse president.
