Het Europees Parlement is voorlopig even klaar met Turkije. Een ruime meerderheid schaart zich achter een oproep om de onderhandelingen over Turks EU-lidmaatschap te „bevriezen”, in ieder geval tijdelijk.
Aanleiding is de felle reactie van president Erdogan op de mislukte staatsgreep van juli. Meer dan honderdduizend vermeende tegenstanders zijn gearresteerd of ontslagen, onder wie 135 journalisten en tien parlementariërs. „Genoeg is genoeg”, zei Guy Verhofstadt, leider van de Europese liberalen, dinsdag tijdens een debat in Straatsburg.
„Ik ben altijd voorstander geweest van Turks EU-lidmaatschap, maar ik ben niet gek.” – Guy Verhofstadt
Niet bindend
De resolutie van het Europarlement is niet bindend, maar dreigt de relaties met Turkije wel verder te bemoeilijken. De Europarlementariërs verschillen van mening hoe hard de deur moet worden dichtgegooid. De sociaal-democraten, die de resolutie voorstelden, zijn nog het mildst. Zij vragen ‘voorlopige bevriezing’ van de onderhandelingen. Die zouden dan bijvoorbeeld weer kunnen worden ontdooid nadat in Turkije de noodtoestand is opgeheven. Dat zou op z’n vroegst in januari kunnen gebeuren.
De stemming in het Europarlement volgt op een uiterst kritisch rapport van de Europese Commissie. Naar aanleiding daarvan vonden verschillende parlementariërs al dat dit gevolgen moest hebben voor de onderhandelingen. Een van hen is Kati Piri, de Nederlandse die in het parlement over Turkije rapporteert. Turkse autoriteiten maakten daarop duidelijk dat ze niet welkom is. Ze kan het land wel in, maar geen afspraken krijgen met functionarissen.
Te weinig empathie
De stemming in Turkije is anti-Europees. Dat wordt aangewakkerd door de regering. Die voelt zich sinds de mislukte coup onbegrepen en vindt de meeste kritiek onterecht. Regeringswoordvoerders en media benadrukken dat vermeende Gülenaanhangers en PKK-terroristen asiel krijgen in Europese landen en van daaruit een bedreiging voor Turkije blijven vormen. ‘Europa heult met onze vijanden’, is de teneur.
Frans Timmermans, de tweede man van de Commissie, wil Turkije aan boord houden. Hij erkende vorige week dat er te weinig „empathie” is met de Turken en dat „mensen in de Gülenbeweging” mogelijk een rol hebben gespeeld in de staatsgreep. Hij kwam dinsdag niet uitleggen waarop hij dit baseerde, hoewel Nederlandse Europarlementariërs daar wel om hadden gevraagd.
Praten of niet
Na het Commissierapport zei Erdogan dat het tijd is voor Europa om te kiezen: verder praten of niet. Als daarover voor het einde van het jaar geen duidelijkheid is, wil hij mogelijk in het voorjaar van 2017 een referendum houden. Veel Turken zouden ‘nee’ zeggen tegen verdere gesprekken. Ze vinden het al decennia durende toenaderingsproces vernederend en geloven niet dat de Europeanen Turkije er echt bij willen hebben. Verschillende Europarlementariërs beaamden dit dinsdag.
Maandag sprak Erdogan het NAVO-parlement toe, dat in Istanbul bijeen was. Hij noemde Turkije een „buffer” die de rest van de wereld beschermt tegen terreurorganisaties.
Klik hier voor het volledig artikel te lezen.