De mogelijke val van het 61-jarige Baath-regime in Syrië kan nieuwe discussies aanwakkeren over het strategische gaspijplijnproject van Qatar.

Dit project, dat in 2009 zou zijn afgewezen door de Syrische president Bashar al-Assad, bleef sindsdien van de agenda.

Het plan was destijds om Qatarese aardgas via Syrië naar Europa te transporteren, wat volgens sommigen de geopolitieke spanningen rond Syrië mede zou hebben beïnvloed.

Volgens een rapport van de Emiratische krant The National stelde Qatar in 2009 een gaspijplijn voor van de Golfregio naar Turkije.

De toenmalige emir van Qatar, Sheikh Hamad bin Khalifa Al Thani, sprak openlijk zijn ambitie uit:

“We willen graag een gaspijplijn van Qatar naar Turkije.”

Het project, met een geschatte kostprijs van 10 miljard dollar en een lengte van 1.500 kilometer, was bedoeld om gas uit Qatar’s enorme South Pars/North Dome-veld via Saudi-Arabië, Jordanië, Syrië en Turkije naar Europa te transporteren.

Met ongeveer 896 biljoen kubieke voet (25,4 biljoen kubieke meter) aardgasreserves in de Perzische Golf, vertegenwoordigde Qatar in 2011 maar liefst 14% van de bekende wereldwijde gasreserves.

Ondanks deze rijkdom wordt Qatarees gas als minder aantrekkelijk beschouwd voor Westerse markten vanwege het gebrek aan directe pijplijnverbindingen.

De voorgestelde gaspijplijn zou Europa rechtstreeks van Qatarees gas voorzien, waarmee het de afhankelijkheid van Russische energie zou verminderen.

Assad weigerde in 2009 echter een overeenkomst met Qatar te ondertekenen, naar verluidt om de belangen van Rusland – een belangrijke bondgenoot en gasleverancier aan Europa – te beschermen.

Bron: Hürriyet