MHP-leider (Nationalistische Bewegingspartij) Devlet Bahçeli heeft de noodzaak benadrukt van een grondwetswijziging, zodat president Recep Tayyip Erdoğan zich kandidaat kan stellen voor het presidentschap bij de volgende verkiezingen.

“President Erdoğan is de enige optie met betrekking tot de veiligheid van de ‘Eeuw van Turkije,’ de continuïteit van de staat en de politieke stabiliteit.

In dit kader moet er een grondwettelijke aanpassing komen,” zei Bahçeli op 5 november tijdens zijn wekelijkse toespraak voor zijn parlementsfractie.

De MHP is de naaste bondgenoot van Erdoğan, die ook voorzitter is van de regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP).

Erdoğan werd in 2023 voor de tweede keer verkozen als staatshoofd en kan volgens de huidige grondwet niet nogmaals kandidaat zijn.

De enige manier voor hem om zich opnieuw verkiesbaar te stellen, is als het parlement besluit zichzelf te ontbinden voor de verkiezingen van 2028.

Bahçeli benadrukte dat Erdoğan vanzelfsprekend de juiste en natuurlijke keuze zal zijn bij de volgende verkiezingen, mits de regering de economische problemen oplost en het terrorisme uitroeit.

In reactie op zijn veelbesproken voorstel om de terroristische leider Abdullah Öcalan vrij te laten als hij akkoord gaat om een oproep te doen aan de PKK om de wapens neer te leggen en de terroristische activiteiten tegen Turkije te beëindigen, verklaarde Bahçeli:

“Ik sta achter mijn woorden.”

Hij onderstreepte dat Turken en Koerden broeders zijn en al meer dan 1.000 jaar samen op dit grondgebied leven, en drong erop aan dat er essentiële manieren kunnen worden gevonden om een veiliger Turkije voor iedereen te creëren.

Daarnaast riep hij de Democratische Gelijkheids Partij (DEM) op om haar standpunt te bepalen en afstand te houden van de PKK.

“Onze tolerantie voor terrorisme is nul. Een terroristische organisatie is een legitiem doelwit, maar Koerden en de PKK zijn niet hetzelfde.”

“Het grootste kwaad tegen Turkije is om deze twee als één te beschouwen,” voegde hij eraan toe.

Bron: Hürriyet