Allochtoon is gesteente dat bij een grote overschuiving bovenop de autochtone aardlaag komt te liggen. De term, afkomstig van het Griekse allos (ander) en chthoon (land, aarde) is als bijvoeglijk naamwoord al langer bekend in de geologie. Als zelfstandig naamwoord is de term voor eerst gemunt eind jaren 50 in een sociologisch onderzoek naar de positie van Belgen in Noord-Brabant.

Officieel raakt ‘allochtoon’ in gebruik in 1971 na het verschijnen van een overheidsrapport onder redactie van sociologe Hilda Verwey-Jonker over de integratie van immigrantengroepen. ‘Allochtonen – dus mensen, die buiten Nederland geboren zijn’ luidt de eerste omschrijving. ‘Allochtoon’ verwijst in het rapport juist expliciet niet naar Belgen maar naar „gerepatrieerden, Ambonezen, Surinamers, Antillianen, buitenlandse werknemers, Chinezen, vluchtelingen en buitenlandse studenten”.

De term raakt pas echt in zwang nadat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in 1989 het rapport Allochtonenbeleid publiceert. ‘Allochtoon’ moet als denigrerend beschouwde termen als ‘minderheid’, ‘vreemdeling’ en ‘buitenlander’ vervangen en wordt gezien als een neutrale, academische term. De WRR schrijft in het rapport dat de term bijdraagt aan het zichtbaar maken van achterstanden en het bevorderen van de integratie van mensen met een migratieachtergrond. Daarna raakt het woord ook ingeburgerd onder wetenschappers, beleidsmakers, journalisten en politici, schrijft de WRR in het dinsdag verschenen rapport Migratie en classificatie: Naar een meervoudig migratie-idioom.

Om onduidelijkheid weg te nemen voert het CBS in 1999 één standaarddefinitie in: een ‘allochtoon’ is iemand die in Nederland woonachtig is en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.

Hoezo van slechte bodem

Maar dan al is er kritiek op de term. De Amsterdamse stadsdeelraad Zuidoost besluit in 1998 de term ‘etnische minderheid’ te gebruiken omdat ‘allochtoon’ als kwetsend wordt ervaren. In 2002 gaat De Allochtonenkrant zichzelf Multined noemen omdat het woord ‘allochtoon’ te vaak wordt gebruikt om problemen mee te omschrijven. „Niemand wil nog allochtoon genoemd worden”, schrijft het blad.

Er ontstaat in 2004 discussie in de Tweede Kamer over het woordgebruik waarna minister van Vreemdelingenzaken en Integratie Rita Verdonk in een officieel standpunt aangeeft ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ te blijven gebruiken. De gemeenteraad van Den Haag heeft dan al besloten de termen te vermijden.

In 2008 staat de term opnieuw ter discussie waarna de overheid ‘nieuwe Nederlander’, ‘medelander’ en ‘medeburger’ probeert te introduceren. Zonder succes. Wel gebruiken politici, media en overheden sinds 2008 het woord ‘allochtoon’ minder, ten faveure van ‘migrant’.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau stopt met ‘allochtoon’ in 2011 en het jaar erop adviseert de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling het kabinet de term niet meer te gebruiken – dan nog tevergeefs. Een motie om de termen te wijzigen wordt in maart 2016 aangenomen en sindsdien lijkt het hard te gaan met de ‘val’ van het woord ‘allochtoon’.

Klik hier om het volledig artikel verder te lezen.

nrc.nl