“De heilige vastenmaand van de moslims is weer aangebroken- en dat heeft u geweten,” dat schrijft Lale Gül in een artikel dat werd gepubliceerd in de Nederlandse media.
Geen krant die er niet een gezegend jubelverhaal aan heeft gewijd. Helaas doen die positieve artikelen de werkelijkheid een hoop geweld aan.
Maar de ramadan kent zeker ook een schaduwkant waar de media niet over lijkt te berichten.
Bijvoorbeeld die van de sociale controle, de ‘ramadanpolitie’, de tergende vermoeidheid, de uitdrogende (en ongezonde) dorst, de hoofdpijn en de discussie op scholen of het paasontbijt moet wijken voor de ramadan, omdat dit jaar de heilige dagen ongelukkig samenvallen.
(Ex-)moslims die ervoor kiezen niet te vasten, worden enorm onder druk gezet door de omgeving en uitgemaakt voor ongelovige of zondaar.
Velen, met name rokers, jongeren met een hoog libido of bijvoorbeeld bouwvakkers die zware fysieke arbeid verrichten en ineens zonder eten, koffie en water moeten functioneren, moeten een maand lang doen alsof ze vasten.
Ze moeten stiekem op een hoekje van de straat een broodje naar binnen werken om hun naasten niet te kwetsen of boos te maken. Of ze moeten liegen dat ze suikerziekte hebben en verplicht insuline moeten nemen.
Vrouwen die menstrueren en daardoor ‘onrein’ zijn en niet mogen bidden, vasten of de moskee betreden, moeten stiekem buiten eten, omdat ze uit schaamte niet tegen de mannelijke familieleden kunnen zeggen dat ze menstrueren. Dat is hartstikke taboe.
Anderen, die wel keurig vasten, kunnen hun omgeving het leven zuur maken doordat ze bijvoorbeeld vaker agressief uitvallen, extreem vermoeid zijn en een algeheel korter lontje hebben.
In Gouda kwam er om die reden een aantal jaren geleden een samenscholingsverbod voor vastende jongeren. Ook de gemeenten Haarlem en Hilversum zetten extra politie in tijdens de heilige maand.
Dat jubelverhaal over de ramadan ben ik zelf daarom een beetje beu. Ik heb zelf jarenlang moeten verbergen dat ik allang gestopt was met vasten, omdat ik anders te maken had met agressieve familieleden die me er toch toe verplichtten.
Bron: Nederlandse media