In tegenstelling tot Turkije staat een groot deel van de ondervraagde Arabische landen niet positief tegenover de Iraanse of Saoedische invloed in de regio.
Volgens een opiniepeiling van de Arabische Barometer blijft de Turkse president Recep Tayyip Erdogan een van de meest populaire leiders in de Arabische wereld.
Op de vraag wat men vond van het buitenlands beleid van Turkije in de zes ondervraagde landen, waaronder Marokko, Jordanië, Algerije, Tunesië, Libië en Libanon, antwoordde 42 procent van de respondenten dat het goed of zeer goed was.
Bij uitsplitsing van de individuele resultaten behaalde de Turkse leider een meerderheid in Marokko (57 procent), Jordanië (54 procent) en Algerije (52 procent).
In Tunesië was een aanzienlijke minderheid voor, terwijl in Libanon (25%) en Libië (23%) het buitenlands beleid van het land gunstig werd beoordeeld.
De resultaten weerspiegelen de algemene perceptie dat, zelfs nu regionale landen om de macht strijden, het Turkse buitenlands beleid over het algemeen goed wordt beoordeeld, vooral in vergelijking met andere regionale spelers zoals Iran en Saoedi-Arabië.
Opiniepeiling
Het Turkse regionale beleid – of het nu gaat om het steunen van de Palestijnse zaak, het veroordelen van de Israëlische agressie, het steunen van de Arabische lente of het steunen van de Syriërs tegen het Assad-regime – is een weerspiegeling van de aspiraties en het beleid van een groot deel van de jongeren in de regio.
De opiniepeiling van de Arabische Barometer noemde ook de electorale legitimiteit van Erdogan als een andere belangrijke reden voor de regionale populariteit van de leider.
Opkomst van Turkije
De economische en politieke opkomst van Turkije in de regio staat in schril contrast met die van zijn buurlanden, die gebukt gaan onder afbrokkelende politieke instellingen die over het algemeen geen afspiegeling vormen van de wil van de bevolking.
De bereidheid van Erdogan om zich uit te spreken tegen Europese en Amerikaanse leiders over zaken die veel moslims zorgen baren, heeft er waarschijnlijk ook toe bijgedragen dat de Turkse president populair is bij de Arabische massa’s.
Daarentegen bleek uit de peiling dat de Saoedi-Arabische kroonprins Mohammad Bin Salman (MBS), de feitelijke heerser in het koninkrijk, minder goed wordt gewaardeerd door de ondervraagde landen.
Jordanië kreeg de laagste waardering voor MBS, met slechts 13 procent die de buitenlandse beleidsambities van de kroonprins positief beoordeelde.
Libië had, misschien verrassend, de hoogste waardering voor MBS met 45 procent, gevolgd door Marokko (39 procent), Algerije (31 procent), Libanon (24 procent) en Tunesië (22 procent).
Mogelijke redenen voor de lage cijfers van MBS (Mohammed bin Salman) kunnen een hele reeks redenen zijn, waaronder de oorlog in Jemen, die hij in 2015 liet escaleren toen hij minister van Defensie van het land was.
De oorlog in Jemen heeft miljoenen mensen op de rand van de hongerdood gebracht en duizenden het leven gekost.
Een andere mogelijke verklaring is dat naarmate Saoedi-Arabië langzaam in de regionale baan van Israël is afgedreven, terwijl het de Palestijnse zaak op een laag pitje heeft gezet, dit waarschijnlijk de perceptie van MBS heeft geschaad.
De moord op journalist Jamal Khashoggi van de Washington Post in het consulaat van Saudi-Arabië in Istanbul – waarvoor de CIA de schuld bij Khashoggi legt – heeft zijn reputatie geen goed gedaan.
De Israëlische bezetting van Palestijns land is nog steeds een krachtige en viscerale politieke zaak in de regio – een zaak die leiders op eigen risico negeren.
De rol van Saoedi-Arabië bij het terugdraaien van de Arabische lente en het helpen van oplevende dictators om hun macht te consolideren ten koste van de jongeren in de regio, zou een andere verklaring kunnen zijn voor de lage aantallen.
De Iraanse opperste leider Ayatollah Ali Khamenei stond echter het minst goed aangeschreven bij de regionale leiders.
Slechts 16 procent vond zijn buitenlands beleid zeer goed of goed voor de regio.
Marokko was het Arabische land met de hoogste waardering voor Khamenei, waar 23 procent het Iraanse regionale beleid steunde.
Elders waren de meningen over Khamenei’s regionaal buitenlands beleid beslist negatiever in Libanon (20 procent), Libië (19 procent), Algerije (15 procent), Tunesië (14 procent), en Jordanië (5 procent), dachten dat zijn buitenlands beleid goed was voor de regio.
De betrokkenheid van Iran in de regio, met name in Syrië en Irak, heeft zijn reputatie in de regio geschaad, ook al heeft het land de Palestijnse zaak gesteund.
De Arab Barometer, een onderzoeksnetwerk dat aanzienlijke financiering heeft ontvangen van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, concludeerde dat Turkije onder Erdogan populairder is geworden omdat het land veel toegankelijker is geworden voor regionale burgers.
Turkije is een belangrijke bestemming geworden voor Arabische politieke dissidenten, studenten, activisten, zakenmensen en toeristen.
“Turkije blijft een van de weinige landen in de wereld die open en toegankelijk is voor Arabische burgers. Dat Turkije zich onder Erdogan zo heeft opengesteld voor Arabische landen en burgers, blijkt uit de steeds grotere commerciële, culturele en toeristische uitwisseling tussen Turkije en Arabische landen,” aldus het rapport.
De Arabische Barometer, die regelmatig de sociale, politieke en economische attitudes en waarden van gewone burgers in de Arabische wereld meet, merkte ook op dat Iran noch Saoedi-Arabië van een groot deel van de rest van de Arabische wereld een open en gemakkelijk toegankelijke plaats is, wat suggereert dat Turkije’s soft power aanzienlijk krachtiger is.
Bron: TRT World