Het proces tegen Melikan Kucam werd vandaag hervat in de Antwerpse rechtbank. Kucam kreeg drie jaar geleden de opdracht om lijsten op te stellen van personen uit de Assyrische gemeenschap die nog vastzaten in Syrisch oorlogsgebied en die in aanmerking kwamen voor een humanitair visum.
Voor een plaatsje op die lijsten zou Kucam mensen forse bedragen hebben aangerekend, hoewel die aanvraagprocedure gratis is. Zelf blijft Melikan volhouden dat hij onschuldig is.
N-VA’er Melikan Kucam (46) houdt bij aanvang van zijn strafproces vol dat hij geen maffiabaas is, wel een brave politicus. Volgens het gerecht verdiende hij aan het regelen van humanitaire visa voor Assyrische christenen in Syrië een half miljoen euro.
Het voormalig gemeenteraadslid Melikan Kucam (N-VA), die voor de rechtbank moet verschijnen wegens corruptie en gesjoemel met humanitaire visa, wil tijdens zijn proces personen oproepen als getuige.
“Alles is een complot tegen hem. Hij heeft zijn eigen belang boven het algemeen belang gezet en zich een ware leugenaar getoond”, dat zegt de procureur.
Voor de 390.000 euro cash die in een gehuurde kluis gevonden is, heeft Kucam in ieder geval een verklaring. “Wij zijn een grote familie en wij hebben een aantal familietegoeden, ook in Turkije,” legt hij uit.
“Die zijn onteigend en daarvoor hebben wij gelden ontvangen. Daarvoor heb ik ook het nodige papierwerk voorgelegd. Bovendien organiseren wij ook trouwfeesten met elkaar. Dan kun je mijns inziens ook geen oordeel vellen en vind ik de beschuldigingen dus een beetje vergezocht.”
Geen woord over Syriërs
Volgens Melikan Kucam is het proces dat tegen hem is gestart met foute vertalingen. “Ik was een van de eerste tolken van de Assyrische gemeenschap. Het is niet mijn dialect en de gesprekken die men heeft afgeluisterd zijn verkeerd vertaald.
Er is een conversatie bij met mijn vader waarin we het hebben over de renovatie van een huis. Dat zou zo’n 50.000 tot 60.000 euro hebben gekost. En plots zouden wij blijkbaar voor 50.000 tot 60.000 euro gehandeld hebben in Syriërs. Er wordt in dat gesprek niets gezegd over Syriërs. Dat heeft men trouwens ook later aangepast, maar toen lag ik al maanden in de cel.