Op 14 oktober beweerde Azerbeidzjaans president Ilham Aliyev dat Armeense troepen proberen om Azerbeidzjaanse pijplijnen voor olie en gas aan te vallen.
“De Armeniërs willen die pijplijnen onder controle krijgen”, stelde hij tijdens een interview aan de Turkse zender Haber Türk. “Mochten ze daarin slagen, zullen ze met ernstige consequenties te maken krijgen.”
Vorige week zou Armenië enkele raketten hebben afgevuurd op de stad Yevlakh, waar de oliepijplijn tussen Baku, Tbilisi en Ceyhan loopt. Deze pijplijn vervoert ruwe olie, voornamelijk uit het veld Azeri-Chirag-Gunashli, via Georgië naar Turkije, waar de olie in tankers wordt gepompt.
Azerbeidzjan beschouwt de aanval als een terroristische daad en de regering benadrukte het belang van de pijplijn voor de Europese energievoorziening.
Door instabiliteit in de regio loopt niet alleen deze pijplijn gevaar, maar ook de Zuidelijke gaspijplijn en de spoorwegverbinding tussen Baku, Tbilisi en Kars.
Aliyev herhaalde ook zijn wens dat Turkije betrokken wordt bij het vredesproces voor Nagorno-Karabach. Hij is van mening dat er geen oplossing gevonden kan worden zonder Ankara. Hij stelde ook dat zijn land over Turkse F-16’s beschikt, die niet zijn ingezet in het conflict.
Bij het onlangs weer opgelaaide conflict in Nagorno-Karabach zijn tot nu toe al zo’n 600 slachtoffers gevallen, onder wie ook burgers. Azerbeidzjaanse troepen hebben sinds 27 september al 20 dorpen veroverd op de etnische Armeniërs.