Op 11 juli werd een video van 19 maart 2019 opnieuw massaal verspreid. In de video, die gemaakt werd vlak voor de lokale verkiezingen op 30 maart, stelde president Recep Tayyip Erdoğan op tv dat niemand hem zou overtuigen zijn standpunt over de Hagia Sophia te veranderen.
“De Hagia Sophia omvormen tot een moskee heeft een prijs. Ze zullen zich eerst moeten afvragen wat er in dat geval met onze moskeeën in het buitenland zal gebeuren.
Als politiek leider zal ik mijn standpunt hierover niet veranderen”, zei hij toen. Verschillende mensen wezen nu op de inconsistentie van de president.
Erdoğan: “Ayasofya’yı açmanın bir götürüsü var. Ayasofya’nın açılmasını isteyenler, yurt dışındaki camilerimizin başına ne gelir hiç düşünüyor mu? Ben bir siyasi lider olarak bu oyuna gelecek kadar istikametimi kaybetmedim.” pic.twitter.com/Tr33SLAFku
— Politikaloji?? (@politikaloji) July 10, 2020
Op 10 juli besliste de Turkse Raad van State, het hoogste administratieve orgaan, dat er geen belemmering meer is om de Hagia Sophia weer beschikbaar te stellen voor gebed.
Kort daarna ondertekende de president een decreet waarmee hij de bevoegdheid over het monument overdroeg aan Diyanet, de Turkse dienst voor religieuze zaken. Tijdens een tv-toespraak kondigde hij aan dat het vanaf 24 juli weer mogelijk zal zijn om er te bidden.
Vanuit de internationale gemeenschap kwamen er waarschuwingen en kritiek op de beslissing. De VS vinden de beslissing “teleurstellend” en de EU noemt de beslissing “betreurenswaardig”.
Internationale media pikten de beslissing ook op. Sommige media, waaronder Bloomberg, stelden dat Erdoğan hiermee de steun hoopt te winnen van nationalistische kiezers, die verdeeld worden tussen nieuwe partijen die elkaar rivaliseren.
K.L.
(Bron: Hurriyet)