België moet in het reine komen met haar koloniale verleden. Dingen die tot nu toe onbesproken zijn gebleven, moeten nu de volle aandacht krijgen. Dat vindt Pierre Kompany, 72, de eerste zwarte burgemeester van het land.
Hij gaf een interview met het persbureau AFP. Daarin stelde hij dat België bepaalde waarheden onder ogen moet zien. Hij gaf dat interview in de aanloop naar de verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid op 30 juni en als reactie op de toenemende antiracistische protesten.
In de Verenigde Staten richten leden van de zogenaamde “Black Lives Matter”-beweging zich tegen symbolen van de Geconfedereerde Staten, dus van slavernij.
In België moet koning Leopold II, die regeerde tussen 1865 en 1909, het ontgelden. Hij maakte het land welvarend ten koste van miljoenen Congolezen. Wat nu de Democratische Republiek Congo is, was destijds privébezit van de koning. Hij profiteerde van de winsten uit rubberplantages en regeerde er met sadistische en moorddadige brutaliteit.
De misdaden van Leopold, waarbij tot 10 miljoen Congolezen slachtoffer werden van moord, foltering of ziekte, zijn neergeschreven door historici, maar toch kijkt de beeltenis van de koning nog neer op veel Belgische parken en pleinen.
Kompany vindt dat de beelden al lang geleden in musea gezet hadden moeten worden, voor ze door boze activisten beschadigd konden geraken. Alleen op deze manier zouden oude en nieuwe wonden geheeld kunnen worden.
“Niemand zou een museum binnendringen om die beelden stuk te slaan”, lacht hij.
“Het is een flagrante waarheid wat Leopold II in Congo heeft gedaan. In 2009, toen het 100 jaar geleden was dat hij overleed, miste België een grote kans om haar verleden onder ogen te zien”, vindt Kompany.
Hij vindt ook dat de huidige koning, Philippe, formeel zijn excuses zou moeten aanbieden aan Congo. De misdaden van Leopold II moeten ook behandeld worden op de Belgische scholen.
“Als de staat zich verontschuldigde, zou dat al iets zijn, maar als de koninklijke familie dat deed, zou dat nog beter zijn”, aldus Kompany.
Kompany is in 1947 geboren in Bukavu, Oost-Kongo. In 1975 vluchtte hij weg uit Congo nadat hij had meegedaan aan een opstand van studenten. Met de hulp van een bevriende dokter veinsde hij dat hij aan een zeldzame ziekte leed waarvoor hij zich in België moest laten behandelen.
In België zette hij zijn studies verder, en werkte hij als taxichauffeur om die te kunnen financieren. Hij behaalde een diploma burgerlijk ingenieur. In 1982 werd hij Belgisch staatsburger en trouwde hij met Joselyne, met wie hij 3 kinderen kreeg, waaronder een zoon, Vincent, die topvoetballer is en bij de Rode Duivels Speelt. Ondertussen heeft hij ook al 7 kleinkinderen.
