De Syrische president Assad wil niet dat Ankara een rivaal wordt, ondanks het feit dat de twee naties sinds kort tegenover elkaar staan in het Noordoosten van Syrië. Dat liet de president eerder weten in een interview op de Syrische staatstelevisie.
Turkije trok eerder deze maand het noorden van Syrië binnen, onder meer om de terroristische YPG uit het gebied te verdrijven. De Syrische president heeft zijn troepen daarop richting het noordelijke grensgebied gestuurd.
Wel noemde Assad de Turkse president Erdogan zelf “een vijand”, omdat hij een strategie voert dat vijandig is tegen Damascus (Syrië). “Maar ondanks dat moeten we ervoor zorgen dat Turkije niet in een vijand verandert. Daar kunnen bondgenoten als Rusland en Iran een rol bij spelen”, aldus de Syrische president.
Moskou en Ankara hebben vorige week afspraken gemaakt over het vervolg in het noorden van Syrië. Zo gaan beide landen in het gebied patrouilleren. Daarbij beloofde Turkije de territoriale soevereiniteit van Syrië te respecteren. Moskou wil ook per se voorkomen dat het Turkse leger en Syrische regeringstroepen in een gewapend conflict terechtkomen.
R.L.
NLH