Nederlandse academici waarschuwen voor de toenemende discriminatie van moslims en de beperking van hun rechten die veroorzaakt worden door een reeks wetten die in Nederland van kracht zijn gegaan. Martijn De Koning, verbonden aan de faculteit antropologie en sociologie van de universiteit Amsterdam praatte met Anadolu Agency (AA).
Volgens hem zijn in Nederland al eerder wettelijke maatregelen genomen die religieuze groepen troffen, maar dat de nieuwe maatregelen in het bijzonder moslims viseren. Zo ging in augustus een verbod op Boerka’s (een kledingstuk met een sluier, dat het hele lichaam bedekt en door moslimvrouwen wordt gedragen) in openbare instellingen van kracht. Kleding die het gezicht bedekt, zoals een sluier of boerka, mag sinds augustus niet langer worden gedragen in openbare diensten zoals scholen, ziekenhuizen of overheidsdiensten, en ook niet op bussen en treinen. Het verbod werd in 2005 voor het eerst voorgesteld door de extreemrechtse politicus Geert Wilders.
In mei kwam er in het Nederlandse parlement een tweede wetsvoorstel om het ritueel slachten van dieren, zoals moslims en joden dat doen, te verbieden, hoewel deze gemeenschappen dit op een humane manier doen.
Naast het verbod op boerka’s en op het ritueel slachten, heeft minister van onderwijs Arie Slob in september ook aangekondigd dat scholen die de islam onderwijzen doorgelicht zullen worden.
“Zaken zoals het verbod op halal slachten en de beperking van religieus onderwijs hebben ook andere religieuze groepen getroffen, maar met het verbod op boerka’s zien we dat met dit soort maatregelen specifiek de moslims worden geviseerd”, aldus De Koning, die vindt dat dit een serieus probleem is waar de overheid iets aan moet doen.
Professor Annelies Moors, ook van de universiteit Amsterdam, vertelde AA dat veel politici succesvol gebruik hebben gemaakt van anti-moslimretoriek om stemmen te krijgen, waardoor veel maatregelen in verband met religie nu vooral moslims viseren. Volgens haar zullen vrouwen die een boerka dragen dankzij de nieuwe maatregel meer en meer negatieve reacties krijgen. Ze merkt ook op dat “dergelijke maatregelen geweld tegen, en discriminatie van de moslimgemeenschap in de hand werken.”
Volgens professor Tom Zwart, voorzitter van het cross-culturele centrum voor mensenrechten, is het de bedoeling van de Nederlandse overheid om, door haar tussenkomst in het lessenpakket van Islamscholen, de islam meer democratisch en meer Europees te maken. Hij legt uit dat moslims leren dat ze zich moeten houden aan de wetten van het land waarin ze wonen zolang ze godsdienstvrijheid hebben, maar dat deze maatregelen dit moeilijk maken omdat ze in een loyaliteitsconflict terechtkomen.
Het belangrijkste adviesorgaan van de Nederlandse overheid stelde in 2015 dat de keuze om een islamitische sluier te dragen een recht is, verankerd in de grondwet als recht op godsdienstvrijheid, en dat er geen reden was om dat recht in te perken. Het zou ook geen zin hebben om dat te doen, omdat slechts zo’n 150 vrouwen in Nederland dergelijke kleding dragen.
In 2012 werd door de eerste kamer een wet op het verbieden van ritueel slachten van 2 jaar eerder vernietigd en een uitzondering toegestaan voor Joden en moslims om hun vlees volgens hun religieuze richtlijnen te produceren. Het verbod was in strijd met het recht op godsdienstvrijheid. In het wetsvoorstel dat dit jaar werd ingediend door de Partij voor de Dieren wordt opgeroepen geen uitzondering meer toe te staan.