next. checkt Dat zei Alexander Pechtold (D66) in het Kamerdebat over de aanslagen in Parijs.
De aanleiding
De aanslagen in Parijs waren een rechtstreeks gevolg van de islam, zei Geert Wilders woensdag in het Kamerdebat over de Franse terreur.
„Natuurlijk zijn niet alle moslims terroristen, maar wel zijn zo ongeveer alle terroristen van vandaag de dag moslims”, zei hij.
Dat werd bestreden door D66-leider Alexander Pechtold. Moslimterrorisme maakte maar een fractie uit van het totaal: hij zei dat „99,3 procent van de aanslagen in Europa in de afgelopen acht jaar niet van de islam afkomstig was”. Cijfers van Europol.
Waar is het op gebaseerd?
Even later verwees Pechtold naar de bron van zijn bewering: op Twitter plaatste hij een foto van een cirkeldiagram waar een minipizzapuntje van 0,7 procent uit was gehaald voor moslimterroristische aanslagen. Het diagram kwam van de socialistische organisatie Counterfire, die het grafiekje – inderdaad – maakte op basis van Europolcijfers. De titel van het diagram: Islamist terrorism as a percentage of all failed, foiled and completed attacks in Europe 2006-2013.
En, klopt het?
Verreweg de actiefste terroristen zijn Baskische en Corsicaanse separatisten, en kleinere aandelen zijn er voor terreur met links-anarchistische en rechts-extremistische motieven.
Van de 2.684 ‘aanslagen’ hadden er achttien een islamitisch geïnspireerde achtergrond.
Twaalf ervan hebben ook werkelijk plaatsgevonden, de overige zijn mislukt (bijvoorbeeld doordat een bom niet is afgegaan) of verijdeld, doordat de politie er tijdig achterkwam.
Daarmee is 0,67 procent van de ‘aanslagen’ terug te voeren op moslimterreur. Precies de uitkomst die D66 ook had.
Conclusie
Eén ding is zeker: Wilders’ bewering dat „ongeveer alle terroristen van vandaag de dag moslims zijn” klopt niet.
Maar je kunt de cijfers verschillend lezen: moet je verijdelde en mislukte aanslagen tellen als aanslagen? Europol doet dat wél, dus op basis daarvan kun je Pechtold geen ongelijk geven. Meegenomen dat cijfers uit 2014 ontbraken, beoordelen we de bewering daarom als grotendeels waar. Maar tot slot nog deze kanttekening: als je wél alleen geslaagde aanslagen meetelt, is de stelling veel moeilijker te verdedigen.
Bron: nrc.nl