De beslissing van de Belgische Kamer van Inbeschuldigingstelling om 36 aan de PKK gelieerde individuen en rechtspersonen buiten strafrechtelijke vervolging te stellen is onaanvaardbaar. Dat zegt de woordvoerder van het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken.
“Ondanks het bewijs dat de Belgische federale procureur heeft geleverd met betrekking tot de terroristische aard van de PKK, biedt deze beslissing, in haar huidige vorm, terroristische organisaties een zeer gevaarlijk werkterrein”, aldus Hami Aksoy.
Aksoy merkte op dat tegen de beslissing in beroep kan worden gegaan en zei dat Turkije zijn juridische strijd “vastberaden” zal voortzetten.
Het Brusselse Hof van Beroep oordeelde vrijdag dat de leden van de PKK niet met terrorisme konden worden aangeklaagd en verwierp de terreuraanklachten voor alle 36 verdachten in een PKK-zaak.
De beslissing kwam nadat het federaal parket in beroep ging tegen een eerdere beslissing. De aanklagers stellen dat de uitspraak in tegenspraak is met de Belgische en Europese erkenning van de groep als terreurorganisatie. De verdachten worden ervan beschuldigd kinderen uit hun families in België en Europese landen te hebben ontvoerd en naar Griekenland en Irak te hebben gestuurd voor een opleiding alvorens ze in de rangen van de militaire vleugel van de PKK te plaatsen. Ze worden ook beschuldigd van het vervalsen van documenten en het afpersen van zakenlieden.