Turkije zal geen beroep doen op advies van het wereldwijd actieve Amerikaanse consultancybedrijf McKinsey en Company. Dat zegt president Recep Tayyip Erdoğan.
“Ik heb het tegen al mijn vrienden-ministers gezegd. ‘Neem geen consultancyadvies van ze aan,” zei ik. Wij hebben dat niet nodig. We kunnen de zaken zelf wel aan.” Dat zei Erdoğan op een bijeenkomst van de AkP in het district Kızılcahamam (Ankara) op 6 oktober.
Het ministerie van Financiën had eerder aangekondigd dat het een beroep zou doen op McKinsey voor consultancy. Zij zouden de “doelen en resultaten in elk kwartaal [van het financiële jaar]” van 16 ministeries evalueren. Dat kwam de regering op scherpe kritiek te staan, zowel van de Republikeinse Volkspartij (CHP, de belangrijkste oppositiepartij) als van de İYİ-partij (wat ‘goed’ betekent).
“Nu heeft de regering een Amerikaans bedrijf nodig om de Turkse staatskas elke drie maand door te lichten. Ze heeft dus geen vertrouwen in de Turkse staat en gooide het dan maar op een akkoordje met McKinsey,” zo zei CHP-leider Kemal Kılıçdaroğlu op 2 oktober, in zijn wekelijkse toespraak voor de parlementsleden van zijn partij.
İYİ-leidster Meral Akşener bracht ongeveer dezelfde boodschap in haar wekelijkse toespraak. Ze stelde dat het nieuw economisch programma van minister van Financiën Berat Albayrak eigenlijk “het programma van het IMF” is.
Op 6 oktober repliceerde Erdoğan dat Turkije in een korte periode verregaande hervormingen en radicale veranderingen heeft ondergaan om de problemen het hoofd te bieden.
“Om de moeilijke [economische] periode te boven te komen, waren verregaande hervormingen en radicale veranderingen nodig. In normale omstandigheden zou dat proces jaren geduurd hebben, maar wij zijn erin geslaagd om ze vlot door te voeren en ons eraan aan te passen.”