Een “grote’. Dat is hoe de Turken in het dagelijks taalgebruik een fles raki van 700 milliliter aanduiden. Raki is het gedistilleerde, alcoholische goedje dat bekend staat als de Turkse nationale drank.
Het verhaal van de “grote’ ten tijde van de Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) is het verhaal van de religieus-conservatieve transformatie in Turkije.
Meer bepaald neemt de politieke islam de staat over en dat zorgt voor spanningen en weerstand binnen de seculiere geledingen van de maatschappij. De verschillende segmenten van de samenleving worden gepolariseerd rondom deze breuklijn. Om dit proces te begrijpen hoef je geen raki te drinken; het volstaat om de ‘grote’ fles en het verhaal dat ze vertelt te lezen en correct te interpreteren.
Wat is raki precies?
Laat ons beginnen met de vraag wat raki eigenlijk is. Volgens de definitie van de Turkse Voedingscodex wordt de drank bereid met ambachtelijk geteelde druiven en anijs. Hij onderscheidt zich van andere likeuren door de unieke productiewijze: het distilleren gebeurt in traditionele koperen ketels.
Deze officiële definitie maakt van raki een authentieke nationale drank. In Turkije worden vaak zogenaamde ‘rakikransjes’ gehouden. Dat zijn bijeenkomsten van vrienden, waar lange gesprekken gevoerd worden, hetzij verhitte politieke discussies, hetzij persoonlijke gesprekken waarin lief en leed wordt gedeeld. Bij zulke gelegenheden wordt raki gedronken en mezes (kleine gerechtjes die als aperitief of voorgerecht worden opgediend) gegeten, maar het hele gebeuren draait om de raki. Kortom, raki staat op zich symbool voor een rijke cultuur, zowel wat productie als consumptie betreft.
Eerder ingegeven door ideologische overwegingen
Zoals elke geestrijke drank is raki schadelijk voor de gezondheid. Nochtans wordt de oorlogsverklaring van de Turkse regering aan de ‘grote’ eerder ingegeven door ideologische overwegingen dan door bezorgdheid over de volksgezondheid.
Een rapport dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) dit jaar publiceerde over het wereldwijd gebruik van alcohol, laat zien dat de alcoholconsumptie en de verslavingsproblematiek in Turkije relatief beperkt zijn in vergelijking met andere landen. De cijfers kunnen niet verklaren waarom de regering de ‘oorlog tegen raki’ zo hoog op de agenda plaatst.
Periode 2003-2005
In de periode 2003-2005 bijvoorbeeld, bedroeg de jaarlijkse legale en illegale consumptie van pure alcohol per hoofd van de bevolking in Turkije 3,4 liter voor mensen ouder dan 15. Het gemiddelde voor de Europese landen die de WGO had onderzocht, lag veel hoger: 11,9 liter. In de periode 2008-2010 viel dat cijfer met een gigantische 58% terug, tot 2 liter per hoofd van de bevolking, tegenover 10,9 liter per hoofd in Europa.
Bovendien blijkt uit de gegevens van 2010 dat 79,6% van de Turken aangeeft nog nooit alcohol te hebben gedronken. Het aantal geheelonthouders ligt op 86,2%, inclusief diegenen die aangeven dat ze vroeger gedronken hebben, maar nu niet meer. Ook wat betreft alcoholverslaving zit Turkije met 0,8% ver onder het Europese gemiddelde van 4% in 2010, zo blijkt uit de gegevens van de WGO.
De laagste graad van alcoholisme
Deze statistieken en hun evolutie doorheen de tijd suggereren dat het feit dat Turkije haar plaatsje opeist in het rijtje van landen met de laagste graad van alcoholisme, niet of nauwelijks de verdienste kan zijn van president Recep Tayyip Erdoğan. Niettemin vertelde hij een waarheid als een koe toen hij tijdens zijn verkiezingscampagne in de aanloop naar de polls van 24 juni zei: “Sinds mijn tijd als burgemeester heb ik de alcohol gebannen overal waar ik kwam.”
Hij doelde op zijn ambtstermijn als burgemeester van de grootstad Istanbul. Toen Erdoğan in 1994 verkozen werd, was één van de eerste dingen die hij deed het verbieden van de verkoop van alcohol in alle openbare gebouwen die uitgebaat werden door de gemeente. In 2004, een jaar nadat hij werd verkozen tot premier, privatiseerde Erdoğan alle fabrieken waar raki en andere likeuren worden geproduceerd. Vandaag zijn er acht bedrijven die raki produceren.
Antialcoholbeleid van Erdogan
De ideologische wortels van Erdoğans antialcoholbeleid verwoordt hij misschien nog het best in een toespraak die hij hield als premier voor AKP-parlementsleden, in mei 2013. “Ze zeggen dat ik dit doe uit geloofsovertuiging,” zei hij. Toen voegde hij eraan toe, om de kritiek de mond te snoeren: “Als een godsdienst – om het even de welke – het goede voorschrijft, ga je daar dan tegenin enkel en alleen omdat het een religieus voorschrift is? Waarom hebben jullie respect voor wetten gemaakt door twee dronkaards, maar leggen jullie anderzijds wetten die de godsdienst voorschrijft, gewoon naast jullie neer? … Niemand mag van alcohol een kwestie van identiteit maken. Het gaat hier niet om inmenging in iemands persoonlijk leven. Als je wil drinken, doe dat dan thuis.” We mogen aannemen dat Erdoğan met deze “twee dronkaards” doelde op Mustafa Kemal Ataturk en diens rechterhand Ismet Inonu.
Volledig verdwenen uit alle officiële en openbare gelegenheden
In het Turkije van vandaag is het gebruik van alcohol volledig verdwenen uit alle officiële en openbare gelegenheden.
Eerder dan een abrupte, totale ban op “de grote”, heeft Erdoğan ervoor gekozen de consumptie langzaam maar zeker terug te schroeven door extreem hoge belastingen te heffen en door het moeilijker te maken om een licentie voor de verkoop van alcohol te krijgen of te laten vernieuwen. Daarnaast is de sociale en politieke druk flink opgevoerd. Op die manier verzekert hij zich van de goedkeuring van zijn conservatief-religieuze achterban, zonder een totaal verbod op alcohol te moeten opleggen. Kortom, de enorm hoge belasting die wordt geheven op “de grote”, is tekenend voor de sluipende manier waarop stemmen worden gewonnen door selectieve belastingheffing. De voorstanders van een alcoholverbod komen niet meteen in opstand tegen het feit dat er nog geen totaalverbod is, althans nu nog niet, omdat ze de vruchten plukken van de belastingen die de kleine groep gebruikers betaalt.
De belasting op raki en de sociale controle op het gebruik ervan gingen gelijk op met de trend die Turkije doet afglijden, weg van de democratie en de rechtsstaat. Het ontsporen van de AKP in de richting van een autoritair bestuur begon in 2008. Toen kwamen de eerste beperkingen op de persvrijheid in de vorm van oproepen tot het boycotten van bepaalde media en zware geldboetes voor wie niet binnen de door het regime uitgetekende lijntjes kleurde.
Gestegen met 593,3%
In de 10 en een half jaar die sindsdien zijn verstreken, is de speciale consumptiebelasting op raki (OTV) met 593,3% gestegen, waaronder 262% tijdens de laatste vijf jaar. Dit jaar in juli kwam er nog eens 15,5% bij. In diezelfde periode is de index van de consumptieprijzen, die de hoogte van de inflatie bepaalt, met 145% gestegen. Dat betekent dat de OTV op raki 448 procentpunten hoger ligt dan de inflatie. Uiteraard is dat enorme verschil te wijten aan politieke en ideologische factoren.
Tot een decennia geleden had Turkije een parlementair staatsbestel. Nu is daarvoor een presidentieel regime in de plaats gekomen. Alle macht is geconcentreerd in de handen van een enkel persoon, en de controlemechanismen zijn zo goed als monddood gemaakt.
Vandaag de dag kost een 700-mililiterfles raki 119 Turkse lira (ongeveer $20), waarvan 18% (of 21,4 lira) BTW en 56% (of 67 lira) OTV. In 2017 rijfde Ankara 138 miljard lira aan inkomsten binnen uit OTV. Een opmerkelijk deel daarvan, namelijk 10 miljard lira of 7,2%, komt uit de verkoop van alcoholische dranken. Wat de consumenten betreft: 88,4 lira van de 119 lira die de gebruiker betaalt voor “een grote” vloeit rechtstreeks naar de staatskas in de vorm van belastinginkomsten.
Zweden het land met de hoogste consumentenbelasting
In Europa is Zweden het land met de hoogste consumentenbelasting op pure alcohol, namelijk 53,78 euro ($62) per liter. In Turkije daarentegen bedraagt de OTV op pure alcohol, die gebruikt wordt bij de productie van raki, 213 Turkse lira (ongeveer 28 euro, of $33) per liter. Op het eerste zicht lijkt Zweden, dat een veel groter alcoholmisbruik kent dan Turkije, harder op te treden tegen gebruikers, maar die indruk verdwijnt snel als we ook de koopkracht mee in rekening nemen. In die zin is de echte waarde van de Turkse belasting 2,7 keer hoger dan die van de Zweedse. Met andere woorden, de belasting die de Turken betalen op alcohol is de hoogste van Europa, rekening houdend met de koopkracht.
Dit blijft natuurlijk niet zonder gevolgen. Door de prijsstijgingen omwille van de hoge belastingdruk, samen met het feit dat vele likeurwinkels in conservatieve provincies moesten sluiten onder sociale druk, is de verkoop van raki onvermijdelijk gekelderd: van 44,6 miljoen liter in 2012 naar 37,3 miljoen liter in 2017.
Enorme toename van huisgemaakte raki
Maar diezelfde fenomenen hebben ook voor een enorme toename van huisgemaakte raki gezorgd. Veel mensen die er tegenop zien om 119 lira te betalen voor een fles zijn hun eigen raki beginnen brouwen. Daartoe mengen ze ethylalcohol,die ze halen uit gewassen, met anijsolie. Dat mengsel laten ze een tijdje rusten en ten slotte doen ze er water bij voor ze het drinken. Maar volgens experts is dit geen echte raki, omdat het niet gedistilleerd is.
Ghettoïsatie
Een ander gevolg is de ghettoïsatie. In Istanbul bijvoorbeeld zijn de traditionele buurtcafés aan het verdwijnen. In plaats daarvan ontstaan er ‘cafébuurten’ in Kadikoy, een seculier bastion in het Aziatische deel van de stad.
Een medewerker uit de raki-industrie, die anoniem wil blijven, getuigt: “Het feit dat ik door sommigen als een held gezien word, maar door anderen als een afvallige, is iets wat me dwarszit. Ik zou graag zien dat mensen weer in alle rust kunnen tafelen zoals vroeger, zonder vooroordelen naar elkaar toe. Ik pleit voor een depolitisering van de raki. Al wat ons is overkomen, komt allemaal doordat er geen [werkelijk] onafhankelijk rechtssysteem en media meer zijn.
Al Monitor
Opinie door Kadri Gursel
Kadri Gursel is columnist voor Turkey Pulse van Al-Monitor. Zijn belangrijkste interessegebieden zijn het Turks buitenlands beleid, internationale aangelegenheden, de persvrijheid, de Turks-Koerdische kwestie, maar ook de evolutie van de politieke islam in Turkije en de nationale en regionale impact ervan. Hij schreef columns voor de Turkse krant Cumhuriyet van mei 2016 tot september 2018, en voor de krant Milliyet tussen 2007 en juli 2015. Gursel werkte ook bijna vijf jaar voor de Agence France-Presse (AFP), van 1993 tot 1997. In die periode werd hij ook ontvoerd door de PKK, in 1995. Hij verhaalde over zijn wedervaren in de handen van de PKK in zijn boek, met als titel ‘Dağdakiler’ (Diegenen die uit de bergen komen) uit 1996.
S.V.R.