De advocaten van Selahattin Demirtaş, de presidentskandidaat van de Democratische Partij van de Volkeren (HDP), hebben gepleit voor zijn vrijlating. Dit omdat zijn officiële kandidatuur volgens de grondwet gepaard moet gaan met een actieve deelname aan de verkiezingen. Iets wat achter de tralies onmogelijk is.
De advocaten van Demirtaş gingen op 15 mei in beroep bij het 19e Hooggerechtshof van Ankara en eisten om zijn vrijlating. Ze verklaarden dat de Turkse grondwet en de EVRM-wetgevingen (Europees Hof voor de Rechten van de Mens) het “recht op vrije verkiezingen” definiëren.
Demirtaş werd in november 2016 gearresteerd en zit sindsdien in de gevangenis op grond van een reeks aanklachten, waaronder “het leiden van een terroristische organisatie”. De eerste zitting van die zaak vond plaats in december 2017. Hij verscheen sindsdien al drie keer in de beklaagdenbank.
Demirtaş werd voorgesteld als presidentskandidaat van de HDP voor de komende verkiezingen van 24 juni. De Hoge Verkiezingsraad (YSK) keurde zijn kandidatuur op 13 mei officieel goed.
