De vijftien afgevaardigden, die ontslag genomen hadden bij de voornaamste oppositiepartij, de Republikeinse Volkspartij (CHP), en zich op 22 april bij de IYI (Goede) Partij (IP) hadden gevoegd in een controversiële actie om de laatstgenoemde het recht te geven deel te nemen aan de onverwachte verkiezingen op 24 juni, zijn donderdag teruggekeerd naar de CHP.
Tijdens een persconferentie in het parlement in Ankara zei de vicevoorzitter van de CHP, Engin Özkoç, dat de afgevaardigden hun taken hebben vervuld en terugkeren naar hun partij.
De samenwerking tussen de partijen was gebaseerd op een mogelijk veto door het Hoge Raad der Verkiezingen (YSK) op de IP aangezien de partij te recent werd opgericht en niet voldeed aan de vereisten om deel te nemen aan de verkiezingen.
Door de overdracht van vijftien afgevaardigden van de CHP naar de IP (Goede Partij), kon de laatste – met vijf afgevaardigden op dat moment – het aantal van twintig afgevaardigden bereiken in het parlement. Hierdoor werd voldaan aan de voorwaarde om twintig afgevaardigden te hebben om een parlementaire fractie te vormen en deel te kunnen nemen aan de verkiezingen.
Verklaring
Uren na de aankondiging heeft de YSK een verklaring uitgegeven over de partijen die in aanmerking komen om op het stembiljet te worden geplaatst op 24 juni, waaronder dus de IP.
Echter werd de overdracht tussen centrumlinks en het seculiere CHP en de IP, waartoe centrumrechtse en extreemrechtse figuren behoren, door de linkervleugel van de CHP met kritiek ontvangen.
Het werd ook op ethische gronden bekritiseerd door de regerende AK-partij en de Nationalistische Bewegingspartij (MHP), die in februari 2018 de Volksalliantie hebben gevormd.
