Bijna 30.000 Koerden uit het Syrische Ayn al-Arab (Kobani) en Manbij vluchtten naar Turkije na de onderdrukking van de terreurgroepen PKK/PYD/YPG en Daesh.
“De terreurgroeperingen dwongen ons te vluchten door al onze goederen in beslag te nemen door vervolging, onderdrukking en bedreigingen,” aldus Valid Huseyin, een van de vluchtelingen.
Net zoals zo vele Koerdische families die in vluchtelingenkampen in Suruc leven in de zuidoostelijke Turkse provincie Sanliurfa, dwong de PKK/PYD Huseyin en zijn familie om te vluchten uit het eigen land.
Huseyin Ramazan Sacir is een andere Syrisch-Koerdische migrant die in Turkije leeft. Hij zegt dat “de terroristische PYD/PKK-eenheden de jonge mensen in Syrië dwingen om te vechten en dat ze hen naar Afrin en andere regio´s meenemen om hen op te leiden. De terreurgroepen oefenden druk uit op ons en ontnamen ons het leven. We hadden niets behalve de kledij op onze rug toen we de vervolging van de PYD/PKK ontvluchtten.”
Veiligheid en stabiliteit langs Turkse grens verzekeren
Turkije lanceerde Operatie Olijftak op 20 januari om Afrin in Noordwest-Syrië te ontdoen van de PYD/PKK en Daesh. Volgens de Turkse Generale Dienst moet de operatie de veiligheid en stabiliteit langs de Turkse grens en in de regio verzekeren, alsook de Syrische bevolking van de terroristische onderdrukking en wreedheid bevrijden. De operatie wordt uitgevoerd binnen het kader van het Turkse recht, dat gebaseerd is op internationaal recht.
Daarnaast is het ook gebaseerd op besluiten van de VN Veiligheidsraad, het recht op zelfverdediging uit het VN-charter en wordt de operatie uitgevoerd met respect voor de Syrische territoriale integriteit.