Het gezin Candan kwam 50 jaar geleden als een van de eerste Turkse families naar Nederland en groeide uit tot een succesvolle familie die het gastarbeidersmilieu wist te ontstijgen. Turkse Nederlanders die geloven in de kracht van én-én. Dat schrijft telegraaf.nl.
In de herfst van vorig jaar begroef Yesim Candan (42) haar grootvader Necati (84) in Turkije. Het gemis is nog altijd niet geweken. „Ik heb het gevoel dat ik mijn vader heb verloren”, zegt Yesim, in een café in Amsterdam. „Vergeet niet, ik heb mijn opa 41 jaar gekend. Wie kan dat zeggen over z’n grootouders?”
Voorbeeld
Yesims grootvader was haar voorbeeld. „Voor niemand bang zijn, dat heeft hij ons meegegeven. En doorpakken. Zo voed ik mijn twee kinderen ook op. Hij was een echte baas. Alles wat ik van hem, mijn buyukbaba (opa) heb geleerd, draag ik aan hen over.”
Gastarbeider
De generatie die ooit als gastarbeider naar Nederland kwam, zoals Necati Candan, keert na hun overlijden in grote meerderheid terug naar hun geboortegrond om daar te worden begraven. Voor hen is dat logisch. Voor hun kinderen en kleinkinderen is dit steeds vaker een dilemma: waar willen zij worden begraven? In Nederland waar hun nageslacht opgroeit? Of toch in Turkije?
Trouwde met een Nederlandse man
Yesim Candan wil zich nog niet vastpinnen. Zij trouwde een Nederlandse man, kreeg met hem kinderen. Lachend ontwijkt ze het antwoord: „Ik zie mezelf liggen, ergens op een heuvel met een mooi uitzicht.”
50 jaar geleden
Vijftig jaar geleden kwam Necati Candan naar Nederland. Een dertiger met al verschillende baantjes achter de rug. Een avonturier die zijn heil zocht in Europa. De bedoeling was: een aantal jaren in het Westen werken, geld verdienen, en dan weer terug. Maar Necati verging het als zovelen: hij bleef, de jaren verstreken, zijn vrouw en kinderen kwamen over en nu is de jongste generatie Candan soms nauwelijks meer van Nederlanders te onderscheiden.
Veel gemengde huwelijken
Het valt Bülent Candan (49), Yesims oom en een van Necati’s zonen, op: „We hebben relatief veel gemengde huwelijken in de familie. Als ik naar de jongste kinderen kijk, dan zie ik het Turkse soms nauwelijks meer terug.”
Rotterdammert
Bülent staat op het punt om naar de Kuip te gaan. Feyenoord speelt thuis. De Candans hebben hun thuisbasis in Krimpen aan den IJssel, waar Necati werk vond bij scheepsbouwer Van der Giesen-de Noord, en ze voelen zich echte Rotterdammers – hoewel Yesim Candan alweer jaren in Amsterdam woont (waar ze zich nooit echt heeft thuis gevoeld, zegt ze). Bülent: „Als mij gevraagd wordt wat ik ben en waar ik vandaan kom, dan antwoord ik: ik ben in de eerste plaats een Rotterdammert. Ik heb met deze stad de meeste binding. Maar er is ook de emotionele band met mijn geboorteplek. Dat is best gek, ik was er vorig jaar toen mijn vader overleed. Ik was er daarvoor meer dan tien jaar niet geweest. Het is helemaal niet zo’n mooie plek. En toch heb ik er een goed gevoel. Dat besef: hier liggen mijn wortels.”
Rechten
Bülent Candan is er een voorbeeld van hoe snel gastarbeiderskinderen hun milieu kunnen ontstijgen. Hij studeerde rechten aan de Erasmus Universiteit. Hij hecht er wel aan dat zijn vrouw en hij dezelfde achtergrond hebben. Eerlijk: ,,Ik zou niet met een niet-Turkse getrouwd kunnen zijn. Je mist dan zoveel: het Turkse entertainment, de humor, het eten. Ik luister naar Turkse muziek en krijg tranen in mijn ogen. Dat raakt me zo. Dat zal ik nooit met Nederlandse muziek hebben, hoe mooi ik André Hazes ook vind.”