Griekse autoriteiten twijfelen erover minderheidsrechten te verlenen aan islamitische Turken in West-Thracië. Dit zei de Turkse Vicepremier eerder vorig week. West-Thracië is een Griekse regio waarin ongeveer 150.000 (islamitische) Turken wonen. Ook Vicepremier Hakan Cavusoglu (foto hieronder) werd er geboren.
Cavusoglu zei dat President Recep Tayyip Erdoğan tijdens zijn laatste bezoek aan Griekenland, erop hamerde dat het Verdag van Lausanne moet geüpdatet worden. De onderliggende reden hiervoor is de non-implementatie van andere verdragen die in het Verdrag van Lausanne worden vernoemd, aldus de Vicepremier. Volgens het Verdrag van Athene en een Griekse wet van 1920, moeten muftiverkiezingen worden gehouden onder de moslimminderheid. Griekenland duidt echter zelf mufti´s aan.
Cavusoglu zei verder nog dat Griekenland de verkiezing van mufti´s niet door moslims laat gebeuren, ondanks de verplichting uitgaande van het Verdrag van Lausanne
“Als resultaat is er tegenwoordig een verkiezing van een mufti georganiseerd door de Griekse autoriteiten en eentje door de moslimminderheid. De legitieme mufti voor de minderheid is degene die echt verkozen werd. Door het Verdrag van Lausanne niet te implementeren en een afwijkende opvatting te volgen, heeft Griekenland in het Verdrag al veranderd,” benadrukte de Vicepremier.
Religieuze vrijheid
De verkiezing van religieuze leiders of mufti´s is al sinds 1991 een chronisch probleem bij de minderheid aan Turks-Griekse moslims. De minderheid bevindt zich voornamelijk in de regio West-Thracië.
De verkiezing van mufti´s door de moslims in Griekenland werd door het Verdrag van Athene behandeld in 1913. De betrokken partijen waren Griekenland en het Ottomaanse Rijk. De verstandhouding werd later opgenomen in de Griekse Act 2345/1920, bijna aan het begin van de Turkse Republiek. Het Verdrag van Lausanne in 1923 garandeert eveneens religieuze vrijheid voor de Turkse moslimminderheid in Griekenland. Desondanks heeft Griekenland de Griekse Act 2345/1920 in 1991 geannuleerd en is men zelf beginnen mufti´s aan te duiden sinds 1991. De meerderheid van de islamitische Turken in de steden Komotini en Xanthi in West-Thracië erkennen de aangeduide mufti´s niet en verkiezen hun eigen mufti´s. Deze worden op hun beurt niet erkend door de Griekse staat.
Ondanks deze situatie hebben de aangeduide mufti´s in West-Thracië nog steeds de autoriteit om te beslissen over familie- en erfeniszaken van de lokale moslims.
Klachten bij de EU lopen op niets uit
Turkije heeft al lang geklaagd bij zowel Griekenland als de EU omwille van de discriminatie tegen de Turkse minderheid in West-Thracië. Men zegt dat dit de betrokken verdragen en de Europese wetgeving schendt.
Cavusoglu zei dat Griekenland ook de Turkse identiteit in West-Thracië niet erkent ondanks de beslissing van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in 2008. De beslissing uit 2008 zorgt ervoor dat Turken in West-Thracië het recht hebben om het woord “Turks” te gebruiken in de namen van verenigingen, maar Athene is er niet in geslaagd de beslissing te implementeren. Hierdoor wordt de Turkse groepsidentiteit effectief verbannen.