Duitsland is in de ban van tv-satiricus Jan Böhmermann, die de woede van de Turkse president Erdogan wekte. De teneur: Böhmermann deed niks verkeerd. Daar denken veel Turkse Duitsers in Kreuzberg anders over.
De wijk Kreuzberg geldt als de bakermat van de Turkse gemeenschap in Duitsland. Hier, in het gebied rond de Oranienstrasse en de rijkelijk met schotels behangen betonnen flats bij metrostation Kotbussertor, is bijna de gehele middenstand in Turkse handen. De klandizie in supermarkt Inter Gida en de mensen die op de terrassen dikke gele linzensoep lunchen bestaat uit Turkse Duitsers,Duitse Duitsers,en toeristen. Kreuzberg is een smeltkroes, al decennia lang.
Het was de eerste generatie gastarbeiders die het Turkse middenstandsimperium hier in de jaren zestig opbouwde. ‘…zoveel Turken in Kreuzberg die amper kunnen bestaan’, bezong Klein Orkest in de jaren tachtig de armoede van die eerste generatie in hun lied over de toen nog gedeelde Duitse hoofdstad. Dat imago, van arm en achterlijk, zit veel Kreuzbergse Turken van de tweede of derde generatie niet lekker. ‘Daarom is het goed dat Erdogan die man aanklaagt’, zegt een man in een Fenerbahçeshirt, genaamd Shain (42).
‘Om duidelijk te maken dat Duitsland niet net als vroeger over Turkije heen kan lopen. Want dat is wat Europa gewend is. En Erdogan steekt daar een stokje voor,hij laat zien dat Turkije nu een machtig land is.’
Shain vindt Erdogan een held,maar ook Duitse Turken die de president wantrouwen, stuit Böhmermanns gedicht tegen de borst. Zoals de opgeruimde mevrouw Akcan (48), bedrijfsleidster van restaurant Demirlin Yeri dat haar vader in 1985 begon. Op Erdogan zou ze nooit stemmen, zegt ze zachtjes, ‘ik ben te democratisch’. Dat laatste zegt ze nog zachter.
Bron: De Volkskrant