Turkije zal zijn eigen veiligheidsmaatregelen blijven nemen, zei president Recep Tayyip Erdoğan afgelopen woensdag. Daarmee zet hij de zorgen van het westen over het akkoord van het NAVO-lid voor de aanschaf van een S-400-luchtafweersysteem uit Rusland van zich af.
“Ze werden gek toen wij de S-400-overeenkomst maakten. Wat zouden we anders moeten doen, wachten op jullie? We nemen al onze maatregelen op het gebied van veiligheid en zullen dat ook blijven doen”, zei Erdoğan tijdens een bijeenkomst met burgemeesters van de regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkelings (AKP) in Ankara.
Erdoğan zei in juli dat de deal gesloten was, hoewel die sindsdien vertraagd lijkt te zijn geweest, door problemen met de financiering. Zondag zei hij dat er al een aanbetaling is overgemaakt naar Moskou en dat de Russische president Vladimir Poetin en hij vastbesloten waren dat de overeenkomst zou worden voortgezet.
De totale waarde van de deal wordt geschat op ongeveer 2,5 miljard dollar. Westerse regeringen hebben zich bezorgd over de overeenkomst uitgesproken, omdat de apparatuur niet in het NAVO-systeem kan worden geïntegreerd.
Geen aanbod
Turkije zei in april dat de NAVO-bondgenoten geen “financieel effectief” aanbod hebben gedaan voor alternatieve raketsystemen. Ook het Amerikaanse Pentagon sprak tegen Turkije zijn zorgen uit over de aankoop.
“We hebben onze bezorgdheid met betrekking tot de mogelijke aankoop van de S-400 geuit richting Turkse ambtenaren. Een NAVO-interoperabel raketafweersysteem blijft de beste optie om Turkije te beschermen tegen het volledige spectrum van bedreigingen in zijn regio”, zei woordvoerder Johnny Michael in een verklaring.
Turkije’s behoefte aan een luchtafweersysteem werd opeens weer actueel door het begin van de burgeroorlog in Syrië, een land dat een omvangrijke ballistische raketvoorraad heeft, waarmee een groot deel van het grondgebied van Turkije bestreken kan worden, evenals biologische en chemische wapens.