President Recep Tayyip Erdoğan zei vorige zaterdag dat terreurgroeperingen zoals de PKK, niets positiefs bijbrengen aan de jeugd en dus geen toekomst hebben in Turkije. Erdoğan, die een toespraak gaf op een zomerkamp voor de jeugd van zuid-oost Turkije georganiseerd door de religieuze Turkse instantie Diyanet, uitte felle kritiek op diegenen die het land willen verdelen op basis van religieuze en etnische verschillen.
“Het doel van de PKK verschilt niet van dat van FETÖ,” zei Erdoğan, waarbij hij duidelijk maakte dat beide terreurgroeperingen uit zijn op het destabiliseren van het land.
Erdoğan zei dat de PKK op geen enkele manier de rechten van het Koerdische volk beschermt en dat ze geen empathie tonen voor de medemensen. “En nog beweren ze dat ze Koerden vertegenwoordigen,” zei de president.
Yasin Börü
Erdoğan gaf Yasin Börü als voorbeeld. Een 16-jarige Koerdische tiener die het symbool werd van PKK-terrorisme nadat hij werd vermoord. Yasin Börü werd omgebracht in 2014 na een oproep van de Democratische Volkspartij (HDP) die bekend staat om haar nauwe banden met de PKK.
De HDP had oproep gedaan om de straten op te trekken en steun te betuigen aan de Syrische stad Kobani die was ingenomen door Daesh militanten.
Rellen
De protesten evolueerden snel tot rellen waarin PKK-sympathisanten het gemunt hadden op iedereen die in hun ogen een Daesh-aanhanger was. Dit waren voornamelijk conservatieve Koerden en islamitische liefdadigheidsorganisaties. Börü verleende voor zijn dood hulp aan Syrische vluchtelingen uit Kobani.